Tentoonstelling ‘Rafelranden van Schoonheid’
'Rafelranden van de schoonheid' in het Textielmuseum balanceert op de grens van aantrekking en afstoting.
'Rafelranden van de schoonheid' in het Textielmuseum balanceert op de grens van aantrekking en afstoting.
Rauw en onafgewerkt
Rafelranden – we kennen ze van weefsels die gescheurd of geknipt zijn; de garens liggen niet meer ordelijk in het geweven raster. Als je ze niet beheerst met een stiknaad of een zoom, dreigt het gevaar van 'ont-binding'. De term rafelranden komen we ook tegen in een stedelijke context. Het zijn de braakliggende, soms verloederde grensgebieden van de stad, waar bouwsels spontaan lijken te ontstaan of langzaam tot verval komen, waar de natuur het overneemt van de stenen. Het is een onbepaalde zone in voortdurende verandering, met ruimte voor experiment. In de titel 'Rafelranden van Schoonheid' weerklinken beide associaties. De getoonde werken verkennen het grensgebied tussen enerzijds de beleving van schoonheid en betovering, en anderzijds het rauwe, onafgewerkte, intieme, dat fascineert en tegelijkertijd ongemakkelijk maakt en onbehagen wekt.
De installaties, doeken en films van Nan Groot Antink, Heringa/Van Kalsbeek, Bart Hess, Tanja Smeets en Karin van Dam zijn merendeels in opdracht van het TextielMuseum ontstaan. Films van Robert Andriessen documenteren hoe de kunstenaars aan hun opdracht beginnen en hoe ze de technieken in het TextielLab ontdekken en naar hun hand zetten. Ook de getoonde schetsen en proeven geven je inzicht in de werkwijze van de kunstenaars.
Bart Hess
Over ongemakkelijk gesproken: kunstenaar Bart Hess (je kent 'm ongetwijfeld van de 'vleesjurk' voor Lady Gaga) maakte interactieve 'huiden', die bewegen in interactie op het publiek. Zijn inspiratiebron: de zachte puls van testikels. Het is ronduit creepy - alsof je plotseling in een griezelfilm belandt: je wilt weg maar je móet kijken.
Nan Groot Antink
Sinds 1990 maakt Nan Groot Antink haar eigen verven uit in- en uitheemse verfplanten. Voor de opdracht van het TextielMuseum selecteerde zij, op basis van de vegetatie die vóór de bouw van het museum op het terrein te vinden was, zeven verfplanten. Het weven van stoffen met verschillende natuurlijke garens, was een nieuwe stap in haar oeuvre. Voor het verfproces maakte ze gebruik van urine, wat in het verleden ook voor het verfproces gebruikt werd.
Tanja Smeets
De installaties van kunstenaar Tanja Smeets (1963) lijken langs muren en plafonds de ruimte in te groeien. Associaties met zwammen en paddenstoelen komen op bij het zien van de ingetogen witte en soms felgekleurde structuren. In het TextielLab ontdekte Tanja Smeets de mogelijkheden van de laser- en de breitechniek, waarmee zij haar installatie 'Nebula and the Soft Machine' realiseerde. Uit industrieel vilt liet zij grillige basisvormen snijden die in elkaar verstrengeld omhoog slingeren. In het midden lijkt het materiaal te ontploffen, als een uitbarsting van een stofwolk ('Nebula'). Het gebreide onderdeel van de installatie, 'Soft Machine', doet denken aan een plant, met knoppen die zich willekeurig verspreiden.
Heringa/Van Kalsbeek
Een waar spektakelstuk is de 'Armor' sculptuur van Heringa/Van Kalsbeek, die bekend zijn door hun expressieve sculpturen met een sterke fysieke aanwezigheid. Voor dit project lieten zij zich inspireren door hun eigen verzameling etnografica en natuurlijke fenomenen. Hun monumentale, speelse 'Armor' is een metalen constructie, opgetuigd met gelaserde, met hars overgoten vleugels van canvas, felrode pompons en bonte blikjes. Het beeld is een afgeleide van de rijk versierde hoofdtooien van traditionele Chinese bruiden. Het werk is verleidelijk mooi op het eerste gezicht, maar als je erom heen loopt blijkt de achterkant rauw en imperfect.
Rafelranden van Schoonheid'
was tot en met 28 mei 2017 te zien in het Textielmusem in Tilburg